Stop-Denk-Doe
De Stop-Denk-Doe methode leert kinderen eerst te stoppen, dan te bedenken wat er gebeurt en wat mogelijk de beste oplossing is en vervolgens te handelen. Hierna wordt samen met het kind geëvalueerd, waarbij de vraag of de reactie het gewenste resultaat heeft opgeleverd centraal staat
Op deze manier laat je de leerling nadenken over zijn of haar denkproces. In eerste instantie lijkt het of we inzetten op zelfreflectie, maar eigenlijk zetten we in op inhibitie en flexibiliteit. Het vergt veel van de leerlingen om te stoppen met hun acties en er dan over te reflecteren. Op deze manier train je de leerlingen om om hun handelen onder controle te houden en eerst te denken voor ze iets doen. Evenals de flexibiliteit om te wisselen in cognitieve taak.
Hoe pak je het aan?
STAP 1: Geef de leerling een simpele DOE-opdracht.
bv. Zoek een artikel over de oorlog in Oekraïne.
STAP 2: Stop de leerlingen en stel hen DENK-vragen zoals onderstaande voorbeelden;
- 'Hoe ben je aan het zoeken?'
- 'Wat heb je gevonden? Een kwalitatieve bron?'
- 'Wat is er misgelopen?'
- 'Waarom denk je dat het niet lukt?'
STAP 3: Voorzie de leerlingen van sturende feedback zodat ze terug naar hun DOE-opdracht kunnen.
Het voordeel van deze methode is dat je een goed inzicht krijgt in het proces dat een leerling doorloopt om een opdracht uit te voeren. Toch is het een methode die tijdrovend is, voor elke leerling is dit individueel niet helemaal toe te passen. Een tip hierbij is om in hoekenwerk te werken.